De Green Lantern is nog maar net zijn bedenkelijk ding aan het doen of er dwarrelt weer een nieuwe oer-Amerikaanse superheld onze zalen binnen: Captain America: The First Avenger. Die “avenger” verwijst naar een superheldenviertal dat samen misdaad bestrijd. Het team bestaat uit de Hulk, Iron Man, Thor en Captain America. De eerste drie kenden we al, met de vierde maken we dus nu kennis. De introductie van de kapitein past bovendien perfect in de strategie om van The Avengers-film die volgend jaar uitkomt, zo’n groot mogelijk succes te maken.
Captain America werd door Marvel bedacht in de jaren ’40. De superheld met het rood-wit-blauwe pak moest de Amerikaanse troepen in WOII een hart onder de riem steken. Het verhaal begint met de tengere Steve Rogers (Chris Evans) die meewerkt aan een wetenschappelijk experiment, waardoor hij verandert in een supersoldaat: Captain America. Samen met Bucky Barnes en Peggy carter gaat hij de strijd aan met de zogenaamde HYDRA organisatie, die geleid wordt door de meedogenloze Red Skull.
Het was aan regisseur Joe Johnston om de strip tot leven te brengen. En hij doet dit met verve. Gewaagd of super origineel is het allemaal niet en er zitten misschien iets te veel clichés in het scenario om het niveau van bijvoorbeeld The Dark Knight te halen. Maar de speelse manier waarop Johnston de comic naar het grote scherm brengt, is op zijn minst gezegd fun en zeer entertainend. De meeslepende actiescènes en special effects zijn top en ook de jaren ‘40-setting werkt prima. Een prima zomerblockbuster lijkt me. Vermakelijk. (PF)
Trailer: Captain America: The First Avenger
