In Son of Saul bekijken we de Holocaust door de ogen van Saul, vertolkt door Géza Röhrig. We volgen hem tijdens zijn bittere bestaan in Auschwitz-Birkenau. Letterlijk dan want de camera wijkt geen moment van zijn zijde. Auschwitz wordt voorgesteld als een fabriek, met Saul als radar in het vernietigingsproces. Hij ontvangt nieuwe gevangenen op het perron, zorgt voor begeleiding naar de kleedkamer, doorzoekt hun kleren naar waardevolle bezittingen, wacht bij de deur van de gaskamer tot het geschreeuw en het gebonk zijn verstomd, versleept hun lijken, schrobt de vloer en schept as in een rivier, tot alles opnieuw begint.

Tijdens dit afschuwelijke karwei ziet hij het lijk van een jongen die hem aan zijn eigen zoontje doet denken. Hij probeert het lichaam van de jongen te redden van de verbrandingsovens, om hem volgens joodse traditie met behulp van een rabbi, te kunnen begraven. Zo volgen we Sauls wanhopige missie langs alle afdelingen van de vernietigingsfabriek. Het is alsof Saul door deze fanatieke opdracht iets vindt waarmee hij zijn menselijkheid bewaart in een mensonwaardig bestaan. Dit beklemmend en geslaagd debuut van regisseur László Nemes, een man waar we ongetwijfeld nog veel van gaan horen, geeft de horror binnen de muren van het concentratiekamp op een originele, weergaloze en aangrijpende manier weer.

De kijker volgt Saul gedurende zijn acties en is getuige van de soms ongeloofwaardige mobiliteitsmogelijkheden die hij binnen het kamp heeft. Tijdens zijn zoektocht naar een rabbi voor een waardige begrafenis voor zijn zoon begeeft hij zich ver buiten zijn strikt opgelegde taken. Los van deze ongeloofwaardige plotelementen, blijft dit een pakkend en beklijvend drama, dat zich één van de beste holocaustdrama’s ooit mag noemen. (EDM)

Trailer: Son of Saul