Tijdens The Lord of the Rings-trilogie hebben we zeer graag in Midden-Aarde vertoefd. Regisseur Peter Jackson wist de wondere wereld die Tolkien had neergepend zeer mooi en entertainend te vertalen naar het grote scherm. De epische finale uit The Return of the King was een perfect sluitstuk op een sterk drieluik.

Wij stonden echter niet te springen toen Jackson onthulde dat hij ook het minder interessante prequelverhaal “The Hobbit” ging verfilmen. We fronsten nog meer onze wenkbrauwen toen we hoorden dat hij drie films wilde maken van het dunne boekje. Zou dit niet een flauw en overbodig afkooksel worden? Gelukkig is het dat niet geworden, al haalt The Hobbit: An Unexpected Journey (nog) niet hetzelfde niveau.

In dit eerste deel maken we kennis met Bilbo Balings (een prima Martin Freeman), een simpele hobbit die een rustig leventje leidt in de Gouw in Midden-aarde. Zijn gemakkelijke bestaan komt echter abrupt ten einde wanneer op een dag de tovenaar Gandalf (Sir Ian McKellan) op zijn deur klopt en een groep dwergen meebrengt. Zij weten Bilbo te overtuigen om een tocht te ondernemen waarbij hij oog in oog zal komen te staan met de draak Smaug, die lang geleden een schat heeft gestolen van de Dwergen. De enorme gevaren die een dergelijke toch met zich meebrengt, zijn de onervaren Bilbo echter onbekend. Voor hij het weet, is hij op avontuur en komt hij in aanraking met trollen, wolven, reusachtige spinnen, aardmannen en niet te vergeten de draak Smaug zelf.

Op technisch vlak hebben de makers weer een hele stap vooruit gezet sinds The Lord of the Rings. Jackson nam de prent op met 48 beelden per seconde in plaats van de gebruikelijke 24. Vooral de actiescènes varen daar wel bij. De 3D van The Hobbit: An Unexpected Journey is een lust voor het oog. Ook de computeranimatie (Gollum is nog indrukwekkender) en het gedetailleerde setontwerp verdient een extra vermelding.

Toch begint The Hobbit: An Unexpected Journey een beetje aarzelend en slaagt hij er niet in om onmiddellijk te charmeren. Zodra Bilbo met de dwergen op pad trekt, komt de schwung er meer in, al roept zijn tocht uiteraard veel herinneringen op aan de queeste van zijn neefje. Echt vernieuwend voelt het verhaal dus niet aan. En uiteindelijk brengt dit eerste deel meer van hetzelfde. Gelukkig serveert Jackson dit met zeer veel kwaliteit, zodat het eigenlijk nauwelijks stoort.

Ondanks onze bedenkingen moeten we bekennen dat het toch een leuk weerzien was met de prachtig vormgegeven Tolkien-wereld. En al zit er in dit eerste deel minder dreiging en emotionele diepgang dan in The Lord of the Rings, Jackson blijft een goede verteller en levert opnieuw topentertainment af. Op naar The Desolation of Smaug (eind 2013) en The Battle of the Five Armies (eind 2014). (PF)

Trailer: 

The Hobbit: An Unexpected Journey