Eddie Redmayne won de Oscar voor Beste Mannelijke hoofdrol voor zijn vertolking van Stephen Hawking in The Theory of Everything. Begrijpelijk, want de rol is spek naar de bek van The Acadamy: een hoofdrol in een biografisch verhaal over iemand die obstakels moet zien te overkomen om zijn bijzonder lot te volbrengen. In dit geval gaat het over één van de knapste intellectuelen van de twintigste eeuw.

We ontmoeten Stephen Hawking op 21-jarige leeftijd tijdens zijn studies aan de Cambridge Universiteit. Daar krijgt hij een schokkende diagnose, net op het moment dat hij in Jane Wilde (Felicity Jones) de liefde van zijn leven vindt. Met de onvermoeibare Jane aan zijn zijde begint Stephen aan zijn meest ambitieuze wetenschappelijk onderzoek naar datgene waar hij zo weinig van heeft: tijd. Samen trotseren zij meer dan iemand ooit had durven dromen.

Regisseur James Marsh baseerde zijn biopic op de memoires van Jane Wilde. Het levert een goede maar eerder brave film op. Marsh neemt zeer weinig risico’s en volgt de geijkte biografie formule. Doordat de film gebaseerd is op Jane’s ervaringen, volgen we vooral haar kant van het verhaal. Maar zij is nu net niet het interessantste personage over wie we meer te weten willen komen.

Op de acteerprestaties valt weinig af te dingen. Redmayne doet het schitterend én ook de andere rollen worden voortreffelijk ingevuld. Ook de cinematografie is prachtig. Enkel spijtig dat het scenario wat diepgang mist of dit zou een meer memorabel drama zijn geworden. (PF) Verdeler: Universal Pictures Benelux

Trailer: The Theory of Everything