Hoe gesloten de Iraanse samenleving ook is, dat belet niet dat er soms filmpareltjes uit tevoorschijn komen. De Iraanse regisseur Bahman Ghobadi levert na zijn A Time for Drunken Horses (2000) opnieuw een ijzersterke film af met Turtles Can Fly (2004). Het verhaal speelt zich af in een Koerdisch vluchtelingenkamp aan de Turkse zijde van de Irakese grensregio, op de vooravond van de Amerikaanse invasie van Irak. Sorin (aka Kak Satelliet), een dertienjarige kranige jongen probeert samen met de andere kinderen te overleven in de hectische chaos. Hij heeft de gave van de retoriek meegekregen en heeft zich opgeworpen als de leider en onderhandelaar van de kinderen in het vluchtelingenkamp

Sorin heeft een oogje op Agrin, een ouderloos meisje dat wat teruggetrokken leeft met haar armenloze – na op een landmijn te stappen – en helderziende broer Henkov. Agrin neemt de avances van Sorin niet ter harte, vooral niet als het gaat om haar kind dat ze kreeg na verkracht te zijn door een Irakese soldaat. De rest van de het verhaal zullen we u onthouden, maar zeker is dat Turtles Can Fly naar de keel grijpt. Dit is een heel authentieke film die er geen doekjes omwindt. De Keutel moest achteraf alles even laten bezinken en besloot dat dit dé film op het Midnight Sun filmfestival was. (HH)

Trailer: 

Turtles can fly